19 februari 1944 -tegen middernacht- vertrekt een Halifax JD271 bommenwerper vanaf de militaire basis in Engeland voor een vlucht naar de stad Leipzig in Duitsland. Het toestel maakt deel uit van totaal maar liefst 822 andere vliegtuigen. Ruim 13% van deze toestellen wordt die nacht door de Duitsers afgeschoten of verongelukt mede ten gevolge van het extreem slechte, ijzige weer.
De Halifax JD271 stort ‘s nachts neer in het IJsselmeer bij Andijk. Ruim 2 maanden later op 29 april loopt de dan 13-jarige Tamme Schenk naar school. ‘Even op dijk kijken’, zegt hij tegen zijn vrienden en hij ziet het aangespoelde lichaam van, wat later bleek, boordschutter Neil McIntyre Stewart. De pas 21-jarige Canadees van de Royal Canadian Air Force werd begraven op de Oosterbegraafplaats. Het graf is vrijdag 31 augustus jl. bezocht door Neil’s nicht Christine Cochrane-Stewart. Tijdens een korte plechtigheid is, als eerbewijs aan de omgekomen soldaat, de Canadese vlag geplaatst en een kleine gedenksteen op het graf gelegd. Tevens is bij het graf een voor Canadezen zo symbolische ‘Remembrance poppy’ (Herdenkingsklaproos) neergezet.
Tamme Schenk (1931) is in 1947 naar Canada geëmigreerd, samen met zijn ouders: Jan Schenk Janzn en Renske Schenk-Oegema, en broer Jan. Voorafgaand aan het voorgenomen bezoek van Christine en Ron Cochrane-Stewart aan Andijk hebben zij, mede dankzij oud-Andijker Meindert Prins, contact kunnen leggen met Tamme Schenk. Tamme is al langere tijd bezig zijn levensverhaal op papier te zetten en beschouwt dit bezoek en eerbetoon aan de gesneuvelde Neil als een passende afsluiting van dat verhaal.