Twee weken geleden kregen wij thuis een brief van de minister van Onderwijs, Dijkgraaf (D66). Weliswaar was het geen persoonlijke brief (de brief was geschreven aan iedereen die een Mbo-opleiding volgt), desalniettemin maakte de brief indruk. De minister had gemeend om zijn plannen voor het Mbo-onderwijs te ontvouwen. In zichzelf is dat een goed idee natuurlijk, bovendien raadzaam om Mbo-studenten daarover te informeren. Het gebrek aan daadwerkelijke maatregelen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren was helaas stuitend.
Armoedige veronderstelling van de wens van de student
Waar liggen volgens het ministerie de prioriteiten van de Mbo-student? 1. Mbo-studenten willen meedoen aan de introductiedagen in de studentensteden; 2. Mbo-studenten willen kunnen sporten bij studentensportverenigingen; en 3. Mbo-studenten willen toegang tot studentenkroegen. Ik vind het niet minder dan een armoedige veronderstelling van waar de wensen van Mbo-studenten liggen. Zitten hier nu de grote problemen? Of zijn dit de prioriteiten van ambtenaren, Kamerleden en ministers die zelf uitsluitend op de universiteit hebben gezeten? Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de Mbo-studenten uit Andijk liever een goede stageplaats hebben, dan dat ze eind augustus in Amsterdam met een rauw ei al lallend over straat van de ene naar de andere kroeg gaan.
Ga de klassen in
Waarom maakte die brief zoveel indruk bij ons aan het Voorstuk? Omdat de brief volgens ons laat zien dat de zo op het schild gehesen studentencultuur in dit land een te grote impact heeft op het beleid. Als ze op het ministerie de klassen in waren gegaan, denk ik dat er andere prioriteiten waren gekomen. Onderwijs gaat niet over een vermeende drang om als Mbo-student mee te kunnen doen op de roeivereniging. Het gaat over het leren van vaardigheden, eerst in de klas en later op stage, zodat je na het afronden van je opleiding een mooie baan kunt vinden. Dat je daarmee jezelf financieel kunt onderhouden. Dat je met plezier naar je werk gaat. Dat is waar onderwijs voor is. Helaas zegt de brief daar niets over.
Bas de Wit
Statenlid VVD