Het was 1974. Ik zat in de 6de klas (nu is dit groep 8) toen Meester Hans Harryvan ons iets ingewikkelds aan het uitleggen was. Er stond iemand in de gang te wachten. Dat kon je zien door de raampjes boven in de deur.
Die raampjes zaten er natuurlijk niet voor niets. Wanneer iemand de klas binnen wilde klopte men even op de deur voor de aandacht en bleef staan. Meester keek dan naar de deur: stak diegene boven de raampjes uit, dan was het iets speciaals en deed meester zelf de deur open. Zag je niets door de raampjes dan was het vaak een leerling van de andere klas en zei meester: “binnen”. Maar veel werd de klas niet gestoord.
Meester keek op en liep naar de deur, sprak met de meneer en de meneer ging weer weg. Hans vond het niet prettig dat hij tijdens het lesgeven werd gestoord en leerde ons op deze manier, wanneer je met iets belangrijks bezig bent, dat je gerust kunt zeggen: nu even niet, een andere keer. Zo ook met deze meneer, het was een vertegenwoordiger en kwam op afspraak weer terug. De les ging verder en wij hadden weer de aandacht voor de uitleg!
1 april viel op een doordeweekse dag en dat moest gevierd worden en dat zo origineel mogelijk!!! Immers ik zat in de 6de klas en na de zomervakantie ging ik naar een andere school: de wijde wereld in. Maar hoe verzin je wat?
Het plan werd gesmeden samen met mijn ouders en zusje in de auto op weg naar huis. Mijn vader had nog zo’n jaren 60 spikkel jas, die moest aangetrokken worden. En ik moest een jongen met rood haar hebben. Er ook werd besproken hoe je bij die jongen brede mannenschouders kunt maken. En er werd een logische oplossing gevonden om de jongen ook zo lang te lijken als een grote man. Brede schouders krijg je, wanneer je een kledinghanger in de jas stopt (omgekeerd) en dan de jas aantrekt. En in klas zat een jongen met rood haar: Fred Stuyts! En Fred vond het machtig mooi om met dit plan mee te werken!!
Zo bedacht, zo gedaan!!
Op 1 april fietste ik met jas en kledinghanger in een tas ik naar school. Voordat ik de klas in ging had ik de tas, volgens afspraak met Fred, netjes weggemoffeld tussen de jassen aan de kapstok.
Enfin, zoals afgesproken ging Fred naar de WC en ik wachtte met spanning af totdat ik een man met roodhaar, spikkeljas, brede schouders en (op een stoeltje) zag staan voor de raampjes van de deur van het klaslokaal.
Mijn hart bonkte, wat duurde die verkleedpartij toch lang…
En ja hoor!! Daar stond ie: in wachtende houding, met de rug naar de deur en een beetje draaien met het hoofd.
Toen kwam voor mij het moment om naar meester te gaan en te zeggen dat diezelfde vertegenwoordiger stond te wachten: “u weet wel die met dat rode haar en bril!” Ik weet niet wat meester dacht.. maar hij liep gelijk naar de deur..
Alles verliep volgens plan!
Ineens sloeg meester zijn hand voor zijn gezicht en begon luid te lachen.
Ik keek verbaasd. Wat was er aan de hand?
Meester Hans kwam niet meer bij van het lachen alle leerlingen keken ook verbaasd.
De deur was nog steeds dicht en Fred maar wachten totdat we 1 april konden zeggen.
Wat was er dan aan de hand?
De kleding hanger stak boven de kraag uit!!! Fred was vergeten om deze er omgekeerd in te stoppen…En dat verraadde dat er iets niet pluis was.
Terwijl Meester de deur opende en naar Fred ging vertelde hij dat hij er zeker ingetrapt was, maar dat hij ineens dat kledinghaakje uit die kraag zag steken.
Heb dit verhaal een paar jaar geleden nog eens tegen Hans verteld. Hans zei: je krijgt vast nog een gelegenheid om het te vertellen. Nou hier is ie dan!!
Corina Sas