vrijdag 29 maart 2024
spot_img

Kus

Ze fietsen naast elkaar naar school. Een jongen en een meisje. Ze zijn misschien veertien jaar. Of vijftien. Ik weet het niet. Met een zware rugzuk over de schouders trappen ze moeizaam tegen de wind. Ik fiets honderd meter achter ze. En heb last van dezelfde wind. Ze komen bij het spoor. En de lichten gaan knipperen. De spoorbomen beginnen hun afdaling naar beneden. Ze stoppen netjes.

Maar dan gebeurt het. Met de fiets tussen de benen buigen de twee hoofden naar elkaar toe. En ze geven elkaar een kus. Als twee tortelduiven draaien ze om elkaar heen. Er komt nóg een kus. En nóg een. Coronamaatregelen houden hen niet tegen. Intussen klimmen de spoorbomen weer omhoog en doven de rode lichten. Met tegenzin stappen ze op de fiets en vervolgen hun tocht.

Verliefd zijn is een heerlijk gevoel. Het zit overal. In je hoofd en in je buik. Het kriebelt. Je kan nergens anders aan denken.
Zo is het met ieder stel een keer begonnen. Maar ik denk wel eens, als ik sommige van die stellen meemaak die al jaren samen zijn: Wat is er bij jullie van die eerste liefde over? Staan jullie nog in vuur en vlam voor elkaar?

Gods liefde voor ons gaat nooit over. Andersom misschien wel. Het ging als een nachtkaars uit, jouw relatie met God. Liefde moet altijd van twee kanten komen. Wat God aangaat beginnen jullie gewoon opnieuw. Denk daar eens over als je in je eentje voor de spoorbomen staat te wachten…

ds. Koos Staat

ADVERTEREN
in de Andijker?

klik hier voor INFO

Meest gelezen laatste 7 dagen