Per 1 december wordt Henny van Bragt de nieuwe beheerder van Dorpshuis Centrum. Hij heeft er veel zin in en wil het Dorpshuis verder inrichten naar de wensen van de Andijkers. Henny: “De visie van het Dorpshuis is de visie van het dorp. Ik ben nieuwsgierig naar de wensen.” Eén ding kan hij alvast verklappen (en valt ook wel te raden met zijn achtergrond als leidinggevend kok): “Eten is wel héél belangrijk.”
Ingeburgerde West-Fries
De bijna 50-jarige Henny is geboren en getogen in Weesp, maar is inmiddels alweer zo’n dertig jaar woonachtig in de Noordkop, “hartje West-Friesland”. Henny zegt lachend: “Voor iemand die uit Weesp komt, spreek ik beter West-Fries dan de gemiddelde West-Fries.” Voor sommigen zal hij zelfs een bekend gezicht zijn, hij heeft 16 jaar in Midwoud gewoond en daar 5 jaar restaurant Halfweg gerund, dat hij in 2005 verkocht. Ook heeft hij eerder het restaurant van Dorpshuis De Vang in Benningbroek/Sijbekarspel gerealiseerd en de keuken daar vernieuwd. Momenteel is hij nog werkzaam als ‘coördinator gastvrije dienstverlening’ bij ViVa! Zorggroep. Henny: “Dat is eigenlijk een teamleider, net als straks in het Dorpshuis.” Al met al een heel mooi CV voor een nieuwe beheerder van ons Dorpshuis.
Nieuwe doelgroepen
De in Anna Paulowna woonachtige Henny heeft jarenlange ervaring in de zorg en de horeca, twee dingen die hij mooi kan combineren als beheerder. Henny: “Ik wil een verbinding gaan leggen met het verzorgingshuis en de instelling voor mensen met een (psychische, red.) beperking. Daarnaast wil ik ook graag de doelgroepen die niet zo vaak in het dorpshuis komen, zoals bijvoorbeeld de 25- tot 45-jarigen, binnenhalen met activiteiten en evenementen. Daarvoor ga ik in ieder geval meer met eten en drinken doen.”
Mensenmens
Henny zit vol energie en begint binnenkort al met de overdracht door de huidige beheerder, Dion Bouhuis. Ook was hij alvast aanwezig bij de veiling. Henny: “Ik ben een mensenmens, makkelijk benaderbaar en ik luister graag.
Dus kom vooral eens een babbeltje maken, laat de verhalen maar komen!”