Leen Vriend wordt op 23 november a.s. tachtig jaar. Zijn hele leven woont hij al tot zijn volle tevredenheid op het adres Horn 42 in Andijk. Wat hem betreft komt hier ook geen verandering in. ‘Mijn vrouw Nelie en ik redden het hier prima samen. Ik houd mijn tuintje zelf nog bij en schilder het huis als dat nodig is. Af en toe komt er een dochter langs om de ramen te lappen. Laat ons hier voorlopig maar lekker wonen!’
Leen heeft zich goed voorbereid op het gesprek. Hij toont oude foto’s van het woonhuis en heeft weet van de geschiedenis van zijn huis. ‘Bij de watersnoodramp in 1916 brak de dijk bijna door. Men moest deze daarna verhogen en verbreden. Heel veel dijkhuizen zijn toen afgebroken en verplaatst. Het geraamte van ons huis is afkomstig van één van die dijkhuisjes.’
De ouders van Leen betrokken de woning aan de Horn 42 ergens rond 1920. ‘Net als mijn vier broers en mijn zuster ben ik hier geboren. Ik heb hier onafgebroken gewoond want na ons trouwen in 1964 zijn Nelie en ik bij moeder ingetrokken. Mijn vader was toen al overleden. Moeder ging snel daarna naar het bejaardenhuis.’
Bijna emigratie naar Canada
Leen en Nelie bouwden hier hun eigen gezin op en verbouwden het huis diverse malen. Hij vertelt dat er in al die jaren zo nu en dan stukken zijn aan- of opgebouwd. Er kwam ook een nieuwe schuur. Drie broers van hem zijn rond 1950 geëmigreerd naar Canada. ‘Bijna waren wij hen achterna gegaan’, verklapt Nelie. ‘Er moest een nieuwe muur in en Leen was daarover erg aan het mopperen. “Als die muur omvalt dan vertrekken wij naar Canada”, heeft hij toen verklaard.’ ‘Dat was maar gekheid hoor’, haast Leen zich te zeggen. ‘Ik wilde hier natuurlijk helemaal niet weg.’

Veranderingen in de straat
Leen is immers een rasechte Andijker en houdt van zijn dorp. Wat heeft hij zien veranderen in zijn straat in al die jaren? ‘De weg is verbreed en er is een trottoir gekomen. Het is ook veel drukker geworden met het verkeer. Natuurlijk heb ik veel mensen zien gaan en komen. Eerst alleen Andijkers maar later kwamen hier ook mensen van elders wonen.’
Geen hoogtevrees
Hoewel Leen sinds vorig jaar over een nieuwe hartklep beschikt en drie omleidingen achter de rug heeft, is hij nog bijzonder actief. ‘Ik houd zelf mijn tuintje bij. Als er geschilderd moet worden dan klim ik gewoon de ladder op. Ik heb geen hoogtevrees. Verder verzorg ik ook de tuin van één van onze dochters en rijd ik één of twee dagen in de week op een vrachtwagen. Dat doe ik voor mijn schoonzoon die een hoveniersbedrijf heeft in Velserbroek. Ik hoop dit allemaal zo lang mogelijk vol te houden. Pas als de kinderen of de instanties vinden dat we hier niet meer zelfstandig kunnen wonen, wil ik pas nadenken over een vertrek. Wat mij betreft ga ik hier dood. Ik hoop dat dat nog wel een jaartje of twintig duurt.’