Om het nieuwe jaar goed te beginnen gingen we met de museumgroep van de Vrouwen van Nu Andijk-West op woensdag 8 januari 2020 naar het Mauritshuis in Den Haag, in de 17e eeuw gebouwd als woonhuis voor graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen. Later kreeg het verschillende andere functies, maar sinds 1822 is het een museum.
De collectie van het Mauritshuis staat wereldwijd bekend om zijn unieke verzameling schilderijen van Hollandse en Vlaamse meesters uit de Gouden Eeuw. De basis van de collectie werd in de 18e eeuw gelegd door stadhouder prins Willem V en is sinds 1819 officieel eigendom van de Nederlandse Staat en heet zij het Koninklijk Kabinet van Schilderijen. Door de eeuwen heen is de collectie blijven groeien dankzij aankopen van het Rijk en schenkingen van particulieren. Maar ook vandaag de dag worden nog regelmatig nieuwe werken aan de collectie toegevoegd. De huidige collectie bestaat uit ruim 800 werken, waarvan ongeveer 200 topstukken als vaste collectie te zien zijn. En die hebben we allemaal gezien, zoals de anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp van Rembrandt, het zelfportret van Rembrandt op oudere leeftijd, de stier van Paulus Potter, het meisje met de parel en gezicht op Delft van Johannes Vermeer en het puttertje van Carel Fabritius.
Ook bezochten we uiteraard de tentoonstelling van Nicolaes Maes – Rembrandts veelzijdige leerling. Het is de eerste internationale overzichtstentoonstelling van een van de meest geliefde meesters uit de 17de-eeuwse schilderkunst met ruim 30 schilderijen in bruiklenen uit Europa en de Verenigde Staten. Hij begon zijn carrière met het schilderen van Bijbelse verhalen, daarna schilderde hij intieme taferelen met vrouwen die zich bezighielden met hun huishoudelijke taken. Heel speciaal zijn de luistervinkjes, voorstellingen waarin te zien is hoe de vrouw des huizes haar dienstmeid betrapt met een vrijer. Het grootste succes, ook financieel, had Maes tijdens zijn leven als portretschilder, waarbij zijn opdrachtgevers in prachtige kleuren werden geportretteerd.
Zowel de collectie, de tentoonstelling en het gebouw zijn zeer de moeite waard en voor wie er nog niet is geweest, een bezoek is aan te raden.