Of ik een stukje wil schrijven in de Andijker, vraagt de redactie van deze krant nadat ik met mijn zussen een in memoriam heb geplaatst ter herinnering aan de sterfdag van mijn lieve moeder Marijke Gutter. Want ze zien op mijn LinkedIn dat ik bij De Telegraaf werk als verslaggever over gezondheid. Dat moet toch wel een spannende tijd zijn met de corona-crisis?
Nou, beste inwoners van het mooie dorp waar ik ben geboren aan de Kleingouw; Covid-19 is een ongekend boeiende, leerzame en soms angstaanjagende periode in mijn leven. Na mijn studie Nederlands belandde ik al snel bij De Telegraaf en heb ik de afgelopen 28 jaar duizenden artikelen over onder andere politiek, onderwijs en gezondheid geschreven.
Sommige verhalen zijn onder mijn huid gaan zitten en hebben krassen op mijn ziel gemaakt. Ik herinner me de asielzaak van de familie Gümüs, het kleermakersgezin dat in 1997 het land uit werd gezet. Ze moesten terug naar Turkije en ik reisde met ze mee. Of de blinde telefonist van het Slotervaartziekenhuis die nergens meer aan de bak kwam na het faillissement. De 28-jarige zwaar lichamelijk gehandicapte Marciano, die geestelijk prima in orde was -maar zó ongelukkig dat hij besloot uit het leven te stappen. Met mij besprak hij vooraf het taboe op euthanasie voor jongeren.
Er zijn ook heel veel leuke artikelen geweest, waarbij met enige regelmaat familieleden in terug kwamen. Zo hebben velen van jullie vast mijn oom Wim Gutter op de voorpagina gezien met schildpad Zebedeüs, mijn zus Willy Mantel als kookvrijwilliger, mijn neef Joël de Vries als vrachtwagenchauffeur of de Poolse werkkrachten in het bloembollenbedrijf Mantel Holland.
En toen kwam corona. Mijn eerste tweet erover dateert van 15 januari en de eerste reportage erover van half februari waarin viroloog Ab Osterhaus voorzichtig een pandemie voorspelde. In de loop van de maanden is mijn contactenlijst met virologen, epidemiologen en microbiologen een enorm boekwerk geworden. Niemand, maar dan ook niemand, voorzag de impact van dit verschrikkelijke virus. Ik ben op ic-afdelingen geweest waar alle patiënten in een diepe coma lagen en waar artsen met hun handen in het haar zich afvroegen hoe het verder moest. De stilte daar was overweldigend. Ik heb mensen gesproken die de ene dag hun moeder en de dag erop de schoonmoeder verloren aan corona. De vrouw en de zoon van een demente man overleden, maar het kon de oude man niet verteld worden omdat hij geen bezoek mocht. Omdat er nauwelijks personeel en bescherming was in een verzorgingshuis, moest een 85-jarige vrouw haar laatste uren doorbrengen met een zorgrobot.
Het is lang niet altijd gemakkelijk om deze verhalen op te tikken en altijd maar door te gaan. Die mentaliteit is me overigens met de paplepel ingegoten. Elke vakantie werkte ik in het bedrijf D&K Mantel, dat mijn opa Dirk ooit samen met zijn broer Klaas opzette. Ik herinner met het als een mooie en intensieve tijd. Hard werken, dat was de arbeidsethos in het bedrijf van mijn vader Arie. Hard werken, dat is het vak van journalistiek ook.
Arianne Mantel