Zelf afzet organiseren, groeien met de klant en ondernemen met oog voor de omgeving. Dat zijn de wegen die hebben geleid naar het succes van het financieel sterke bedrijf van bloemkooltelers Fa. P.N. Slagter.
De broers Bas (60), Nico (56) en Ton (53) Slagter stelden een doel toen ze in 1987 het ouderlijk bedrijf overnamen: ze wilden rond hun 55e financieel onafhankelijk zijn. Dat is gelukt, vertelt Ton Slagter.
De bloemkooltelers bouwden hun bedrijf in de loop der jaren steeds verder uit en zorgden met een doordachte strategie voor een kerngezond bedrijf.
In het West-Friese Andijk telen ze bloemkool op 140 hectare. Ze begonnen in 1987 met 30 hectare en konden er door de jaren heen percelen bijkopen. Naast de teelt van (voor 98%) witte bloemkool, regelen de ondernemers de afzet van twee andere bloemkooltelers. Gezamenlijk zijn ze hiermee goed voor 8% van de Nederlandse markt. Voor een klant in België verzorgen ze de handel in ijsbergsla en broccoli.
Het financiële succes is voor een groot deel toe te schrijven aan de organisatie van de afzet, legt Ton Slagter uit. Het bedrijf is niet aangesloten bij een telersvereniging en regelt zelf de verkoop. Die loopt deels via daghandel en voor een deel via vaste contracten. De bloemkool leveren ze onder meer aan de groothandel, exporteurs, supermarktketens en via eigen export.
Ze willen samen met de klant groeien, vertelt Slagter. “We streven naar 3 tot 5% groei per jaar, wat neerkomt op circa 100.000 bloemkolen. Die groei willen we in combinatie met klanten realiseren. Daarbij is een kleine klant voor ons net zo belangrijk als een grote.” Klanten willen ze zoveel mogelijk ontzorgen. Goede afspraken maken en die nakomen, snelheid in verladen, maatwerk en flexibiliteit zijn essentieel. “En uiteraard moeten de bloemkolen van de beste kwaliteit zijn.”
Maar er is meer dan alleen groei en geld verdienen. De ondernemers kijken verder dan hun eigen bedrijf en sponsoren verenigingen, sportclubs en lokale evenementen. En er is geen Slagter in het familiebedrijf die niet aan vrijwilligerswerk doet. Ook plezier in het werk telt. Er wordt hard gewerkt, maar voor vakantie wordt tijd gemaakt. Tijdens de jaarlijkse kermis in hun woonplaats Lutjebroek ligt sowieso alles drie dagen stil. Het personeel kan rekenen op goede arbeidsvoorwaarden en bedrijfsuitjes.
Daarnaast maken ze tijd vrij voor promotie van de vollegrondsgroenteteelt, vertelt Slagter. “We zijn maar een kleine tak in de agrarische sector, waar de overheid onterecht weinig oog voor heeft. Ik ga daarom vaak naar bijeenkomsten om met bestuurders te praten om zo de sector meer op de kaart te zetten.” Een sterkere sector helpt iedereen die daarin actief is verder, vindt Slagter, die ook columns schrijft voor vakblad Groenten en Fruit. De kunst is het gemiddelde niveau in de sector omhoog te krijgen en daar dan bovenuit te stijgen.
In 1998 deden de drie broers al eens mee aan de verkiezing Agrarisch Ondernemer van het Jaar. Ze eindigden bij de laatste vijf. Er is nu een mooie aanleiding het nog eens te proberen: het bedrijf bevindt zich in een ‘unieke overgangssituatie’, zegt Slagter. De drie broers maken ruimte voor een nieuwe generatie van maar liefst vijf neven. Dat zijn Pé (28) en Kees (26), de zoons van Bas, en Koos (28), Ruud (22) en Paul (20), zoons van Nico. De overgang is wel even wennen. Slagter: “Ik en mijn broers worden nu adviseurs. Best lastig om zaken los te laten die je 32 jaar zelf hebt geregeld. Gelukkig hebben we allemaal nevenactiviteiten. Bas werkt als bodemcoach, ikzelf geef les op een middelbare tuinbouwschool en Nico is al voor een derde periode wethouder in de gemeente Stede Broec.”
Voor de komende jaren staat de bouw van een nieuwe bedrijfshal op de agenda. Sowieso blijft groei belangrijk voor de onderneming, verwacht Slagter. “Groei in in grond en in klanten. We hebben in 2017 nog een aankoop kunnen doen van 40 hectare. Daarmee kunnen we weer een tijd vooruit. De gelegenheid om te groeien moet zich voordoen. Groeien doen we niet omdat het moet, maar in combinatie met onze klanten.”