Vanochtend om half 5 werd er aangebeld. Je weet dan gelijk dat er iets met de beesten is. Slaapdronken deed ik open; jullie paarden lopen los.
Frank was gelukkig nog thuis en mopperend op die rotshetlanders (die wel weer onder het draad zullen zijn doorgegaan) trok ik mijn kleren aan, mij voorbereidend op een jacht van jewelste (vrijheid en gras, die laten zich echt niet zo makkelijk vangen).
Eenmaal buiten was de verbazing groot, ze stonden er allemaal.. ALLEMAAL. Numir en Jolyn keken mij blij aan; fijn dat jij er ook bent!
Het kudde gevoel was blijkbaar groot (of ze waren het zat, zaten stampesvol van het gras en waren toe aan hun nachtrust). Bo een touwtje om zijn nek en de rest volgde zonder morren ons de paddock in.
Helaas bleek toen toch dat we er eentje miste… Menno. Dat was vreemd, een pony (en zeker Menno) zal kostte wat het kost bij zijn kudde blijven. Een achterblijver betekent vaak niet heel veel goeds.
Met een naar gevoel liepen Frank en ik naar de wei. Ik begon al te bedenken hoe ik dit aan mijn dochtertje Kate moest vertellen, hoe we die pony in het pikkedonker moesten zoeken en wat het nummer van de rendac ook alweer was.
Bij het weiland aangekomen keken we gelukkig in 2 schaapachtige verdrietige oogjes. Menno was gewoon achtergelaten door zijn kudde. Hij was de enige die het gat in het hek niet kon vinden. Wat best knap is aangezien er meters lang draad weg is en er zelfs palen uit de grond getrokken zijn. Over Menno zijn IQ gaan we het nu niet hebben, hij heeft weer andere kwaliteiten.
Blij liep hij met ons mee, zich thuis weer bij de kudde nestelen. Voor ons (of eigenlijk Frank) vanmiddag weer werk aan de winkel! Bedankt hè paarden, rotbakkies !