In het veld aan de rand van een plas waren verschillende vogels met elkaar in gevecht. Het bleken Kemphanen te zijn. Deze voeren veelal onderling een strijd.
Mannen proberen de vrouwen te verleiden in het broedseizoen. Uiteraard zitten ze elkaar dan letterlijk in de haren, ik bedoel de veren.
Ook nu zijn veel van deze vogels te zien in de waterberging Twisk of bij Schellinkhout in de z.g. ‘Kleiput’ een binnendijks meertje in de scherpe bocht af Hoorn 80 richting Wijdenes.
Ze zijn vaak op zoek naar insecten en larven die zij als hoofd voedsel tot zich nemen.
In 1950 hadden wij in Nederland nog 6000 broedparen maar in 2002 waren dat er nog maar 120 paar.
Wat was de mens toen goed bezig om de natuur te behouden, gelukkig is er in 2018 een ommekeer en wordt men door diverse organisaties voorgelicht tot behoud van insecten waarvan ook de steltlopers kunnen profiteren om hun jongen groot te brengen voor de grote reis naar hun overlevingsgebied.
Hopelijk dat volgend jaar het aantal weer gaat toenemen door de gastvrijheid van de Nederlandse bevolking.
Douwe Greydanus.